Dit is het digitale archief van delen.meteddie.nl
Hier vind je content die zonder dit initiatief in de prullenbak was beland.
Standaard weergave van een item.

Wie doet hier nou eigenlijk het werk?!

Laatst bijgewerkt op:

‘Ik wil graag net zo goed kunnen lezen als de anderen in de klas.’ ‘Marlies zit in groep 7 en is halverwege het schooljaar overgekomen van een andere basisschool. Ze verwoordt haar ideaal met betrekking tot lezen. ‘Heb je een idee op welk niveau je nu zit?’ vraag ik. ‘Laten we eens kijken.’ We pakken een overzicht van het leerlingvolgsysteem erbij en constateren samen dat haar leesontwikkeling langzamer is verlopen dan gemiddeld. Avi E5 is behaald. Volgens de lijstjes betekent dat 1,5 jaar achterstand. ‘Hoe voelt dat als het lezen nog niet zo goed gaat?’ ‘Dan voel ik me niet fijn. Het voelt rottig. Dan denk ik dat ik dom ben.’ ‘Waarom wil je net zo goed kunnen lezen als de rest?’ Marlies onderzoekt haar motieven maar heeft ze duidelijk op een rijtje. ‘Ik vind het niet leuk als anderen beter kunnen lezen dan ik. Ik wil het net zo goed kunnen.’ ‘Ik denk dat jij dat ook prima kunt leren, maar wat heb je daarvoor nodig?’ ‘Ik denk dat ik veel moet oefenen.’ ‘Dat denk ik ook. Hoe vaak zou je willen oefenen?’ ‘Elke dag.’ ‘Wow, mooi! Hoeveel tijd wil je er elke dag in steken?’ ‘Wel een uur ofzo.’ ‘Echt waar? Dat is best veel! Wat goed dat je zo je best wilt doen. Ik merk de kwaliteit daadkracht en focus bij jou: je weet precies wat je wilt! Heb je ook ondersteuning van anderen nodig, op school of thuis?’ ‘Als ik een geschikt boek heb kan ik veel zelf doen.’ ‘Sjonge, zelfstandigheid past ook bij jou!’ Ze straalt. ‘Hoe voelt dat?’ ‘Fijn!’ ‘Ik zie het aan je, gaaf hoor! Ik word er zelf ook helemaal blij van’. Voor iedereen is het eigenlijk altijd fijn als je kwaliteiten worden benoemd. Daarna gaat het gesprek nog even verder waarin we afspreken welk boek ze kan gebruiken, welk tijdstip om te oefenen op school en thuis het handigst is en over hoeveel tijd we willen gaan meten of een volgend niveau gehaald is. Marlies geeft aan in drie weken tenminste 1 avi-niveau omhoog te willen. Daarna zal ze zich melden om getoetst te worden. Ze verwoordt in 15 minuten haar eigen handelingsplan. In dit gesprek is een ideaal verwoord en gekoppeld aan de kwaliteiten van de leerling. Als die beide ingezet worden heb je een motor voor ontwikkeling. Na twee weken meldt ze zich: ‘Meester, wilt u mijn avi-niveau toetsen?’ Een week eerder dan afgesproken… Als ik de toets afneem blijkt dat ze haar doel ruimschoots heeft gehaald. ‘Wat heb je het fantastisch gedaan! Hoe kan het dat het je is gelukt in zo’n korte tijd?’ Marlies weet het antwoord: ‘Ik heb hard gewerkt, veel geoefend en ik wilde het echt zelf.’ Als een kind eigen doelen stelt op basis van idealen, dan heeft diegene vaak ook de kwaliteiten in huis om die doelen te halen. In een kindgesprek is het zinvol om door te vragen naar de binnenkant, want dat levert vaak energie. Er kunnen echter ook belemmeringen zijn. Bv. ik heb geen geschikt boek; het is te onrustig in de klas; ik word afgeleid. Aan de leerkracht de taak om die externe belemmeringen in juist perspectief te zetten of aan te pakken zodat er geen interne belemmering ontstaat (Ik kan het niet). ‘Als het leren lezen lastig verloopt betekent het niet dat je het niet kunt. Soms heb je ondersteuning nodig. Daar kan ik je mee helpen.’ In het geval van Marlies bestond het werk van de leerkracht slechts uit het stellen van vragen.;None;None