Dit is het digitale archief van delen.meteddie.nl
Hier vind je content die zonder dit initiatief in de prullenbak was beland.
Standaard weergave van een item.

Werken met hoofd, hart en handen werkt!

Laatst bijgewerkt op:

In oktober vroeg ik een subsidie aan bij het LerarenOntwikkelFonds (LOF). Het LOF ondersteunt en verbindt leraren met goede initiatieven om het onderwijs te verbeteren. De subsidie is toegekend, dus kan ik hieronder vertellen wat ik met dit geld wil gaan doen. Een paar jaar geleden zijn we, dankzij Jos van Riet, in één klas begonnen met bewegend onderwijs. Inmiddels zijn er negen klassen waar we zo werken en waar het het meubilair makkelijk te verplaatsen is. We merken dat er door deze manier van werken meer ruimte ontstaat voor de sociale ontwikkeling van de kinderen. Meer bewegen stimuleert de werking van de hersenen en dat is in deze tijd erg belangrijk. Op de Vrije School werken we hier al op verschillende manieren aan, want het werken met je hoofd, hart en handen werkt! Er zijn tal van wetenschappelijke onderzoeken waarin wordt bewezen dat bewegen goed is voor kinderen en het leerproces. Het idee achter het bewegend onderwijs is dat de zintuigen van de kinderen meer tijd en oefening krijgen om te rijpen. Wanneer een kind lichamelijk rijper is, kan het ook beter leren. Bewegende klas We starten de ochtenden met een parcours door de klas met oefeningen voor het evenwicht, de tastzin en de levenszin. Het klimmen maakt de kinderen motorisch vaardiger. Naast het motorische aspect heeft deze manier van werken ook een kant die de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen stimuleert. Elk kind heeft een bankmaatje. Als maatjes ben je op elkaar aangewezen en help je elkaar. Verder werken we veel vanuit een kring. Niemand zit dan nog vooraan, waardoor veel lesstof makkelijker beeldend te maken is. De komende tijd ga ik met de subsidie die we hebben gekregen een leerlijn maken voor het parcours en de lesstof meer aanpassen op het bewegend onderwijs. Ik wil graag weten wat zinvol gebruik is van het meubilair, zodat we op een logische manier bewegend leren. Daarom probeer ik antwoorden te vinden op een aantal vragen: Wat werkt wel en wat niet? Wat zijn de juiste veiligheidseisen van zo'n parcours? Hoe bouw je dit nu grondig op? Zijn de manieren van zitten nu de juiste? Is de opstelling in de klas het beste wat we ervan kunnen maken of kan er meer? Als deze dingen voor iedereen duidelijker worden, kunnen de leerkrachten van elkaar leren. Als ik dat op papier kan zetten, hoeft niet iedere leerkracht meer zelf het wiel uit te vinden Subsidie Eigenlijk worden we dan elkaars bankmaatje, want met de subsidie kunnen de leerkrachten bij elkaar kijken hoe zij het parcours vormgeven. We kunnen tijd inplannen om er met elkaar over te spreken, elkaar vragen te stellen over de keuzes die we maken en ik krijg er ook de tijd mee om alles op papier te gaan zetten. Verder kunnen we er de hulp van een fysiotherapeute mee inroepen. Zij kijkt met ons mee naar zithouding en de volgorde waarin kinderen zich motorisch ontwikkelen. Zo ontstaat door studie een naslagwerk waar we allemaal profijt van hebben. Voor de zomervakantie ga ik starten met dit traject, dat naar verwachting een jaar zal duren. Natuurlijk kijken we niet alleen in de eerste en tweede klas naar het werken met bewegend onderwijs. We gaan ook kijken of we dat in de derde klas vorm kunnen geven en willen nieuwe dingen uitproberen. Om te kijken wat werkt zal Jos van Riet daarom komend schooljaar in klas 3c een pilot uitvoeren. Ik ben erg blij dat het LOF mij en alle leerkrachten die met de bewegende klas werken de kans geeft om dit in werktijd te onderzoeken. Suzanne Keijzer

Over wat ze doen en willen bereiken schrijft het LOF op hun website: De leraar is de centrale spil en de creatieve architect van het onderwijs. Het LOF wil die positie van leraren, met oog voor vernieuwing, stimuleren en leraren uit verschillende sectoren aan elkaar verbinden. Leraren worden in staat gesteld om zelf aan onderwijsontwikkeling te werken en elkaar door netwerkvorming te versterken. Het LOF ondersteunt leraren bij het uitwerken van hun initiatief en zorgt dat de deelnemers van en met elkaar kunnen leren. Als vertegenwoordiger van de beroepsgroep ligt de organisatie en ontwikkeling van het LOF in handen van de Onderwijscoöperatie.;None;None