Vakmanschap door vaardigheid!

;Leerlingen op het vmbo beroepsgerichte leerniveau zijn praktisch ingesteld, dus waarom doen we dan zo veel theoretisch? “Vakmanschap door vaardigheid!” is leren door te doen. Vakoverstijgende vaardigheden staan centraal. Cognitieve vaardigheden (taalvaardigheid, rekenvaardigheid, studievaardigheid) en algemene vaardigheden (zelfstandig werken, samenwerken, reflecteren, presenteren) komen voortdurend terug. Daar kan iedereen van profiteren!;Doel: Leerlingen uit de onderbouw van de vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg een brede basis aan vaardigheden aanleren zodat zij daar bij alle vakken van kunnen profiteren. Centraal staan studievaardigheden, rekenvaardigheid en taalvaardigheid, zowel in Nederlands als Engels. Daarnaast worden tijdens de opdrachten verschillende werkvormen afgewisseld om algemene vaardigheden als reflecteren , samenwerken, zelfstandig werken, presenteren en  ICT te oefenen. Zo leiden de verschillende vaardigheden tot vakmanschap. Werkwijze:  De lesstof van de AVO – vakken wordt tijdens vakmanschapsuren een middel en niet meer het doel. Bij iedere opdracht staan cognitieve vaardigheden centraal. De tijdsduur van opdrachten is wisselend. Leerlingen volgen het vak meerdere keren per week en altijd in blokuren. Op die manier kan iedere leerling in eigen tempo groeien in de vaardigheden en komen tot vakmanschap. Tijdens de ontwikkeling werken we met de PDCA cyclus. Het geschreven materiaal zal ook direct uitgevoerd worden. Naar aanleiding van de resultaten worden eventueel aanpassingen gedaan. De opdrachten worden aangeboden via een digitale methode. Hierdoor is het eenvoudiger om de voortgang van leerlingen te monitoren en gedifferentieerd onderwijs aan te bieden. De eindproducten bij de opdrachten zijn deels digitaal (ICT-vaardigheid) en deels fysiek, vergelijkbaar met projecten bij beeldende vorming en techniek.