Ready for the Ride - Moreel Leiderschap & Vakmanschap
Moreel Leiderschap en vakmanschap Vakmanschap - In deze tijd, waar de verspreiding van het Corana Virus de wereld op zijn grondvesten laat schudden, komen vele, ogenschijnlijke zekerheden op losse schroeven te staan. Hoe maakbaar is het leven en ook… hoe maakbaar is ons onderwijs? Zelf-gesmede technieken - In een opiniestuk in Trouw d.d. 14 maart 2020 stelt Jan Riemersma, docent maatschappijleer en filosofie aan het Cats College in Nieuwegein, voor Amsterdam plat te gooien en er een nieuwe, efficiëntere stad voor terug te bouwen. Weg met al het oude en geef externe architecten de ruimte in deze herboren city ongebreideld hun gang te gaan, of toch niet? Elke leerkracht is de architect van zijn/haar eigen lessen, maar hoeveel ruimte krijgt de leraar nog een eigen koers te varen en zelf gesmede technieken en vaardigheden te ontwikkelen, waar alles in het onderwijs volgens nieuwe, vastgelegde protocollen dient te worden aangeboden? Moet elke leerkracht – net zoals de ‘oude’ stad Amsterdam – het veld ruimen voor rechtlijnige (onderwijs) modellen, van waaruit hij/zij de lessen als een automaat dient te reproduceren? Het grote wonder? - Zelf merk ik dat Moreel Leiderschap ook te maken heeft met de ontwikkeling van innerlijke kernkwaliteiten, die elk mens diep van binnen in zich meedraagt. Deze worden in het onderwijs overwoekerd door een aanhoudende stroom van informatie, nieuwe concepten, plannenmakerijen en ga zo maar door. Aan het ontwikkelen van jezelf en van je eigen vaardigheden, als mens én als docent kom je niet, of nauwelijks nog toe. Hoeveel tijd en ruimte is er op onze eigen, persoonlijke, unieke en creatieve manier uitdrukking te geven en wie wij zelf ten diepste zijn, niet alleen als ‘professional’, maar ook als mens? We worden voor de klas zwaar onder druk gezet, vaak door externe ‘professionals’, die van elkaar niet weten hoeveel extra lading we dagelijks op ons onderwijsbordje geschoven krijgen. Is er in het onderwijs nog wel ruimte voor het grote wonder, voor die unieke momenten waarop de leerling zegt: “Aha, dank je, nu snap ik het”, juist op basis van persoonlijke interactie en de creativiteit van de docent, in relatie tot zichzelf en zijn/haar eigen kernkwaliteiten, gekoppeld aan kennisverwerving? Overcompensatie - Riemersma grijpt terug op vroeger. Zijn de leerlingen de lesstof beter gaan begrijpen door nieuwe tafels en stoelen, het platgooien van oude scholen (het oude Amsterdam) en de invoering van nieuwe onderwijssystemen? Zelf denk ik dat de geestelijke, onderliggende werkelijkheid van het bestaan in ons door a). de verzakelijkte maatschappij, b). de verruwing in de manier waarop we met elkaar omgaan, c). het gebrek aan innerlijke normen en waarden en d). de ontkenning van een bezielde, liefdevolle, spirituele basis van het leven, wegkwijnt, met alle gevolgen van dien. Een enorme, externe overcompensatie is het gevolg en lijkt dit wegkwijnen recht te moeten zetten, wat natuurlijk onmogelijk is. Deze externe, materiële overcompensatie jaagt menig docent over de kling. In mijn ogen lijdt het onderwijs momenteel niet alleen onder het Corona virus, maar ook aan bloedarmoede. Zij heeft verder een enorm gebrek aan vitamine B (Bewustzijn) en is volkomen onwetendheid over – en heeft zelfs een grote afkeer van – de dieperliggende waarheden van ons bestaan, van het leven in onszelf, als mens, als bezielde, liefdevolle, geestelijke wezens. Niet zichtbaar - ‘Veel kennisoverdracht’ – zo geeft Riemersma weer – ‘vindt plaats buiten het gezichtsveld van de onderwijsvernieuwers.’ Ik beaam dit. Hoe vaak worden er in de klas tijdens het lesgeven geen pareltjes van liefde, van aha-erlebnissen geboren, juist vanuit het stille, onverwachte, vaak ook niet-weten? Riemersma: ‘Het probleem is dat de manier waarop je iets uitlegt buiten het blikveld valt van de begeesterde vernieuwers. Schoolleiders, begeleiders, didactici, en ministers hoor je nooit spreken over de sprankelende vergelijkingen die de leraar gebruikt, zijn woordkeus en grappige voorbeelden. Hoe zou je deze jarenlange ervaring van de docent, de vele steegjes, de oude huisjes, de leuke pleintjes en de historische geveltjes in zijn geest, in zijn rijke binnenstad, moeten benoemen, indelen en meten? Ik denk dat alleen vakgenoten, wanneer zij bij elkaar kijken, echt oog hebben voor de kleine, fijne kunststukjes van de docent.’ Zelf denk ik aan mijn duo-collega, die op zoveel momenten en op zoveel manieren iets extra’s doet voor de klas en de kinderen, vaak ook buiten lestijd, omdat er binnen werktijd eenvoudigweg geen tijd en ruimte meer voor is. Riemersma: ‘Nogal wat mensen zijn blind voor vakmanschap, misschien omdat de effecten ervan zo lastig te becijferen zijn.’ Het gaat er ook om wie wij zijn als mens, als persoon, die dit vakmanschap belichamen en bezielen. Hoeveel oog is er voor deze kant van ons lesgeven, waar in het hedendaagse onderwijs talloze procedures en nieuwe lesmodellen (deels uit armoede geboren) dit gemis van aandacht voor de bezielde kant van het leven, zowel bij de leerkracht, als de leerling, moeten (over)compenseren? Van voren af aan opnieuw beginnen - Riemersma: ‘Wie het onderwijs helemaal wil veranderen, is iemand die het mooie Amsterdam wil platgooien en de historische binnenstad wil vervangen door rechtlijnige nieuwbouw. Hij wil het vakmanschap van de docent met wortel en al uitrukken. Het resultaat van deze kaalslag is dat de docent van voren af aan zal moeten beginnen.’ Deze kaalslag, door een aanhoudende veranderingsdrift en dadendrang, leidt tot een ander groot probleem, namelijk tot een gebrek aan rust en bezinning. Zij vermoeit en put uit, ervaar ik aan den lijve, hoe enthousiast nieuwe initiatieven ook gebracht worden. Wat mij betreft: terug naar de mens, naar de leerkracht zelf. Geef hem/haar rust en ruimte om (weer) zichzelf te kunnen zijn en vanuit zichzelf parels van kennis en wijsheid te ontwikkelen, al dan niet ondersteund met expertise en informatie van buitenaf, maar mild en geleidelijk alsjeblieft, waarbij zijn/haar eigen creativiteit, uniekheid en vermogen tot innovatie én vakmanschap centraal blijven staan, juist vanuit het stille, vaak wonderbaarlijke, niet meetbare ongeziene. (als we hieraan nou eens - ook in het onderwijs - wat meer aandacht zouden geven???);None;None