Juniorcollege Halderberge: 'bruggen slaan, over-stromingen heen'
[embed]https://www.youtube.com/watch?v=88Mx4qiEzH0[/embed] Het Junior College Halderberge: ‘Bruggen slaan, over-stromingen heen’ De leerkracht in de bovenbouw van het basisonderwijs ziet in de praktijk veel leerlingen die moeite hebben met de overstap richting het voortgezet onderwijs. De roosters, het slepen met de (veel zwaarder geworden) boekentas, maar ook het moeten wennen aan elk uur een andere leerkracht. De zekerheid van een groepsleerkracht die precies weet wat je nodig hebt, valt weg. Leerlingen worden letterlijk in het diepe gegooid. Vanuit de overtuiging dat dit anders kan, is het idee van het Junior College ontstaan. Het hoofddoel van het Junior College (JC) is het voorzien in een zachtere landing. Een soepele overgang van primair naar voortgezet onderwijs, waarbij er meer oog is voor de leerlingen met ruimte voor persoons- en talentontwikkeling. Het belang van het initiatief wordt door iedereen erkend. Toch is het in de praktijk lastig om al die partijen bij elkaar te brengen. Daarmee wordt ook meteen een andere meerwaarde duidelijk: de samenwerking tussen leraren van het PO en het VO. Daar zit een behoorlijke cultuurkloof. Waar leerkrachten uit het VO ontzettend veel kunnen leren van het organisatietalent van de leerkrachten uit het basisonderwijs, valt er andersom veel vakspecifieke kennis op te halen bij de collega’s van de middelbare. Het bij elkaar brengen van deze groepen en het in het met elkaar in gesprek raken werkt bevrijdend. Een kijkje nemen over de muur bij iemand anders vraagt moed en kan confronterend werken. Het heeft geleid tot de ontwikkeling van leerlijnkaarten POVO voor de vakken rekenen/wiskunde, Nederlands en Engels. Maar het heeft vooral geleid tot begrip voor elkaars werelden en een toenemend besef dat niet alleen de leerlingen profiteren van het JC. Vanuit deze werelden wil het JC de brug slaan naar de omgeving en de verbindende factor zijn tussen het onderwijs en maatschappelijke instellingen. Dat doen we door onderwijsarrangementen te ontwerpen waarin leerlingen met elkaar samenwerken zoals mensen in de echte wereld dat doen. Wat hebben we nog meer bereikt Inmiddels zijn er door het JC in samenspraak met onderwijspartners, maatschappelijke instellingen en het regionale bedrijfsleven al samenhangende arrangementen ontworpen. Een mooi voorbeeld waarbij het JC verbindingen heeft kunnen maken tussen al deze belanghebbenden is het restaurantproject. Onze leerlingen hebben letterlijk een reis gemaakt tussen de maatschappelijke partners, het PO en het VO, waarbij ze zijn ondergedompeld in de wereld van het restaurant om uiteindelijk hun eigen mini-onderneming te starten. De rol van docenten verandert daarmee in die van een coach die leerlingen actief begeleid in hun ontwikkeling. De ambitie van het JC is deze projecten te verduurzamen en te blijven ontwikkelen. Naast de ontwikkeling van de leerlijnkaarten en het nomadische project, is ook het groep 7 project afgetrapt, waarbij er een fysieke uitwisseling van docenten plaatsvindt. Binnen een thema komen leerlingen met nieuwe vakgebieden en docenten van het VO in aanraking binnen de vertrouwde omgeving van de basisschool. Een andere ontwikkeling die plaats heeft gevonden is een groep leerkrachten uit het PO en VO die samen hebben opgetrokken om in kaart te brengen welke achterstanden er voor rekenen en taal zijn opgelopen tijdens de coronatijd. Dit heeft geresulteerd in een tool die is ontwikkeld voor leerkrachten om opgelopen hiaten in beeld te brengen. De droom Onze aanname is dat in het reguliere onderwijs sterk de nadruk wordt gelegd op kwalificatie. De ambitie is om daar niet op in te leveren, maar wel om een hogere betrokkenheid te genereren en daarnaast in de loop van de tijd meer in te zetten op socialisatie en persoonsvorming. Daarmee hopen we ook het reguliere programma te beinvloeden. De pilotprojecten worden gedraaid met scholen die nauw verbonden zijn met de ontwikkeling en totstandkoming van het JC. Uiteindelijk hopen we de betrokkenheid van alle belanghebbenden te krijgen. Dat betekent ook dat leerkrachten van de verschillende scholen in samenspraak met ouders en leerlingen besluiten leerlingen door te verwijzen en aan te melden bij het JC. Dit met als doel de leerlingen een zachtere landing te gunnen op het VO, omdat deze leerlingen daar gebaat bij zijn. Je kunt denken aan leerlingen die zich aan hun cognitieve top begeven. Leerlingen die meer praktisch ingesteld zijn, maar ook sociaal emotionele redenen kunnen een rol spelen. Om een beeld te krijgen om wat voor type leerlingen dat gaat heeft het JC een aantal (fictieve) persona uitgedacht. Ook voor ouders, leerkrachten van het JC, collega’s, managers en ondersteuners hebben we zo’n profiel opgesteld. Deze personalia zijn bedoeld als denkraam on te zorgen dat we door dezelfde bril kijken. Wat het LOF mij heeft opgeleverd Mijn initiatief was gericht op het opzetten van een Junior College, met meer aandacht voor persoons- en talentontwikkeling. Deze ambitie kwam voort uit het feit dat veel leerlingen toch tegen problemen aanlopen richting het voortgezet onderwijs, of eigenlijk nog niet voldoende gerijpt zijn om al een beslissende richting te kiezen. Deze leerlingen zitten namelijk nog volop in ontwikkeling. Door mijn initiatief heb ik het voor elkaar gekregen bestuurders, leerkrachten maar ook partners uit de regio met elkaar in contact te brengen. Hieruit is een leergemeenschap ontstaan, welke nog altijd groeit. De cultuurkloof tussen het basis- en middelbaar onderwijs was een grote uitdaging. Het valt niet mee om agenda’s van leerkrachten op elkaar af te stemmen en te denken vanuit het bovenliggende belang (en niet vanuit de eigen ‘winkel). De erkenning was er, maar het ontbrak vaak aan daadkracht. Veel mensen wilden het wel zien, maar niet actief participeren, doordat er veel beren op de weg werden gezien. Naast praktische kaders, zijn er ook veel juridische procedures die nog niet in orde waren, of die simpel weg nog niet bestonden. Gelukkig werden er vanuit de regering gedurende het proces ook steeds meer kaders geboden. Ook continuïteit en duurzaamheid waren vaak een probleem. Voor mijn gevoel zijn we wel drie keer opnieuw begonnen en wisselde de samenstelling van de werkgroep continu. Uiteindelijk kwam er een groep aan tafel die wel voortvarend te werk ging en plots werden er ineens veel meters gemaakt. Het vooraf bedacht concept was een fysieke school, waar leerlingen naast een basisprogramma een vernieuwend programma zouden krijgen. Leren in de echte wereld, gericht op vaardigheden. Uiteindelijk bleek dat niet haalbaar en is er voor een alternatieve variant gekozen. Dat wil zeggen dat het onderwijs nomadisch wordt vormgegeven. Momenteel werken we met pilots, maar in de toekomst is het de bedoeling dat leerlingen worden aangemeld door de scholen uit de regio. Dit gaat dan vooral om leerlingen die tegen hun cognitieve top zitten, leerlingen die meer praktisch zijn ingesteld, maar ook om leerlingen die tegen sociaal emotioneel gerichte grenzen aanlopen. Doordat de projecten heel inclusief zijn kan eigenlijk ieder kind meerwaarde halen aan deelname aan de projecten van het junior college. De belangrijkste successen die geboekt zijn:
- Er is een leergemeenschap PO-VO ontstaan
- Partners vanuit het bedrijfsleven en de regio werken dolgraag mee
- Steeds meer scholen geven aan te willen participeren
- Er is voor een vorm gekozen die duidelijk ingaat op de roep voor persoons- en talentontwikkeling
- Er is een duidelijke toekomstvisie ontworpen en we hebben richting kunnen geven aan de missie: de landing op het voortgezet onderwijs verzachten
Het LOF heeft me enorm geholpen bij het halen van deze doelen. Doordat ik mezelf kon laten vervangen heb ik vergaderingen kunnen organiseren, netwerkbijeenkomsten georganiseerd en kunnen schrijven aan projecten, plannen, etc. Ook boden de bijeenkomsten vaak een verhelderende blik, waardoor je zaken anders ging benaderen. Door juist hiermee bezig te zijn heb ik me meteen enorm ontwikkeld als leerkracht. Ik was dingen aan het doen die ik nog niet eerder had gedaan. Dingen waarvoor ik soms over drempels moest, die spannend waren, maar waar ik ook veel van heb geleerd. Ik heb mijn netwerk enorm uitgebreid en uiteindelijk heeft het me zelfs een prachtige variatie in mijn werk opgeleverd. Ik ben naast leerkracht van mijn groep, inmiddels ook een gezicht van het Junior College binnen de stichting geworden. Dat heeft daarbij ook nog eens gezorgd voor een boost in mijn zelfvertrouwen. Mijn persoonlijke ambities zijn daarmee gegroeid. In de toekomst hoop ik dat het Junior College een begrip in de regio wordt, en in de landen wordt herkend als een uniek en goed werkend concept. Het LOF heeft me geholpen me te ontwikkelen in de afgelopen jaren, maar het effect zal blijvend zijn voor mijn carrière binnen het onderwijs.;None;None