Dit is het digitale archief van delen.meteddie.nl
Hier vind je content die zonder dit initiatief in de prullenbak was beland.
Standaard weergave van een item.

Feedback + kindgericht onderwijs = meer eigenaarschap leerlingen groep 3/4

Laatst bijgewerkt op:

;In de praktijk ervaren leerkrachten van groep 3/4 momenteel dat zij het lastig vinden om aan te sluiten bij de verschillende niveaus van leerlingen en om leerlingen eigenaarschap te geven over hun rekenwiskunde-ontwikkeling. Leerkrachten geven aan niet goed te weten welke vaardigheden zij nodig hebben om het anders aan te pakken. Leerkrachten geven ook aan heel graag deze vaardigheden te willen leren, zodat zij het anders kunnen gaan aanpakken. Goede feedback geven wordt momenteel nog niet voldoende gedaan, omdat leerkrachten in groep 3/4 daar nog niet de goede vaardigheden voor in huis hebben. Het aanleren van deze vaardigheden is van belang wanneer de taak die de kloof dicht tussen wat is begrepen en wat begrepen zou moeten worden. Feedback kan veel functies hebben: versterken van succes, fouten corrigeren, helpen bij het ophelderen van misverstanden, bepaalde verbeteringen opperen, aangeven wat in de toekomst beter kan, straffen of belonen (Feedback leren zichtbaar maken, John Hattie & Shirley Clarke, 2019). Om leerkrachten deze vaardigheden eigen te laten maken is begeleiding van belang. Deze begeleiding komt tot zijn recht wanneer deze wordt afgestemd op de behoeften van de leerkrachten. Het is daarbij ook van belang dat de begeleider rekening houdt met de verschillen onderling en de verschillende houdingen die leerkrachten aannemen, zodat er positief verder gewerkt kan worden (Werken met de Roos van Leary, Sjaak Vane, 2013). De feedback die tijdens het begeleiden aan leerkrachten wordt gegeven moet gericht zijn op persoonlijke kwaliteiten, deze is specifiek en gericht op de progressie t.o.v. het doel (Didactisch Coachen, Lia Voerman & Frans Faber, 2016). De praktijk is nu gericht op klassikaal lesgeven, waarbij de leerkracht sturend is. De leerkracht bepaalt welke les er gegeven wordt, welk doel er centraal staat, hoeveel tijd de leerlingen daaraan moeten besteden en wat ze moeten doen als ze klaar zijn. Daardoor zijn de lessen gericht op de gemiddelde leerling. In verschillende literatuur wordt duidelijk gemaakt dat de gemiddelde leerling niet bestaat (Het onderwijs-vragenboek, Claire Boonstra e.a., 2019). De vraag die hierbij speelt is: ‘Waarom doen we de dingen zoals we deze doen?’. Om tot kindgericht rekenwiskunde-onderwijs te kunnen komen is het van belang om het eigenaarschap bij leerlingen te vergroten en een coachende rol als leerkracht aan te nemen, waardoor de leerkracht minder sturend is. Daardoor is het van belang om juiste keuzes te kunnen maken in het rekenwiskunde-onderwijs zodat er een kwalitatief goed aanbod wordt geboden. Hierbij spelen de leerlijnen van het rekenwiskunde-onderwijs groep 3 en groep 4 een belangrijke rol. Het is van belang dat de leerkracht een optimaal leerklimaat kan scheppen in zijn of haar klas, waarbij fouten maken mag (eigenlijk moet) om hiervan te kunnen leren. Leerlingen leren hoe zij met fouten om kunnen gaan en wat het leerproces hiervan is. Daarbij leren leerlingen dat fouten maken een feestje zou moeten zijn, want dan ben je aan leren. Leraren geven in dit proces gerichte feedback, zodat leerlingen weten hoe zij hun rekenwiskunde-ontwikkeling kunnen aanpakken om nog meer te groeien (Leren zichtbaar maken, John Hattie, 2015). Hierdoor groeit het gevoel van competent zijn bij leerlingen en daardoor groeit het eigenaarschap ook bij leerlingen. En hiermee groeit de motivatie van de leerlingen en daardoor ook het plezier in leren (Self-Determination Theory and the Facilitation of Intrinsic Motivation, Deci, E.L., & Ryan, R.M., 2000). Door op deze manier rekenwiskunde-onderwijs te gaan verzorgen, zal er minder klassikaal les worden gegeven en zal er meer naar de onderwijsbehoeften van het kind worden gekeken en welke leerstrategieën de leerling nodig heeft om het beste tot leren te komen. Hierdoor ontstaat het kindgerichte onderwijs. Kindgericht onderwijs vraagt een andere manier van kijken naar ontwikkeling en leren. Kindgericht onderwijs kan op allerlei manieren vorm krijgen. Het gemeenschappelijke is wel steeds dat de ontwikkeling van de mogelijkheden van alle leerlingen het uitgangspunt is. Het is van belang om niet alleen naar het cognitieve te kijken om kindgericht onderwijs vorm te geven waarbij het eigenaarschap van leerlingen groeit, maar juist ook naar de doelen die sociale vaardigheden en persoonlijkheid ontwikkelen (https://wij-leren.nl/naar-kindgericht-onderwijs.php, april 2020).;Het doel van het initiatief is om leerkrachten die lesgeven aan groep 3/4 vaardigheden aan te leren waardoor zij hun coachende rol kunnen vergroten waardoor leerlingen meer de ruimte krijgen om eigenaar te kunnen worden van hun eigen rekenwiskunde-ontwikkeling. Doordat de leerkracht zijn/haar vaardigheden voor een coachende rol vergroot, de leerling meer ruimte krijgt om eigenaar te worden van zijn/haar rekenwiskunde-ontwikkeling, wordt het eigenaarschap van leerlingen in groep 3/4 groter. Doordat de leerkracht meer een coachende rol gaat aannemen, het eigenaarschap van leerlingen daardoor vergroot wordt, ontstaat er kindgericht rekenwiskunde-onderwijs. Om dit waar te maken zal er in het eerste half jaar ingestoken worden op het begeleiden van leerkrachten om de vaardigheden van coachen van leerlingen tijdens het rekenwiskunde-onderwijs eigen te maken. Daarnaast worden vaardigheden eigen gemaakt omtrent het feedback geven aan leerlingen en ontvangen van leerlingen waarbij leerlingen vertellen wat zij nodig hebben om optimaal te leren. Tijdens het tweede half jaar wordt er gekeken welke keuzes leerkrachten moeten maken binnen het rekenwiskunde-onderwijs en welke keuzes kunnen leerlingen zelf maken ten opzichte van hun rekenwiskunde-ontwikkeling. De leerlijnen van het rekenwiskunde-onderwijs groep 3/4 spelen hierbij een belangrijke rol zodat leerkrachten EN leerlingen weten aan welke doelen gewerkt wordt.