Afronding LOF-project
‘Maar mevrouw, ik had heel hard geleerd voor de toets…’. Die opmerkingen hoor ik regelmatig en vaak in een context waarin het cijfer tegenvalt. Leerlingen hebben niet altijd inzicht in de opbouw van hun cijfer en de eisen die aan hen worden gesteld. In dit project, bekostigd door de onderwijscooperatie, heb ik geprobeerd een instrument te creëren waarmee. Het voor leerlingen inzichtelijk wordt hoe hun toetsen zijn opgebouwd en hoe het cijfer tot stand is gekomen. Zoals bij veel projecten is het originele projectplan anders dan de uitkomst van het proces. Door gesprekken met experts, collega’s en leerlingen zijn accenten verschoven en zijn er zowel onderdelen geschrapt als bijgekomen. In dit stuk wil ik drie dingen doen: een overzicht geven van de belangrijkste leer-, motivatie en feedbacktheorieën, een schets maken van de ideale situatie waarin je deze theorieën in kan zetten om de motivatie van leerlingen te vergroten door het gebruik van taxonomieën in de les en in de toets en een overzicht van mijn ideeën hoe je dit het beste in de praktijk kan inzetten. Hierin verweven zal ik de veranderingen in het proces weergeven en ook de valkuilen die ik ontdekt heb benoemen. Onderbouwing In het onderzoeksveld laten verschillende onderzoeken zien dat specifieke feedback op vaardigheden en kennis de motivatie van leerlingen vergroot (Ebbens (2013), Voerman (2014), Veenman et al (2004), Woolfolk (2013)). In het bijzonder wil ik ingaan op de feedbacktheorie die Hattie & Timperley (2007) uiteen hebben gezet gezet Hattie en Timperley definiëren feedback als informatie gegeven door een persoon aangaande aspecten van iemands uitvoering of begrip. Feedback is daarmee automatisch verbonden met de acties van een persoon. Feedback moet daarbij specifiek zijn en gericht op de kloof tussen het huidige niveau en het beoogde doel. Hattie meet in zijn metastudie een effectgrootte van 0.79 waarmee het in de top 10 van meest invloedrijke interventies staat. Feedback is het effectiefst wanneer het ingaat op positieve informatie en de lerende helpt om keuzes te maken die het beoogde doel dichterbij halen. In het artikel ontwikkelen Hattie en Timperley een model om de kloof tussen het huidige doel en het beoogde te verkleinen. Effectieve feedback heeft volgens de auteurs drie standaardvragen en vier niveau’s. De vragen gaan in op drie activiteiten en elk van deze activiteiten kent vier niveau’s: de taak, het proces, zelfregulatie en motviatie. De auteurs onderscheiden drie vragen: feed-up, feed-back en feed-forward. Feed-up gaat in op de huidige taak en de doelen die daarbij gesteld zijn. Ze stellen dat feedback op de taak zonder dat er doelen gesteld zijn geen rendement heeft en enkel een informatieoverdracht is zonder gedragsverandering. Het doel van de taak moet dus duidelijk zijn en de student moet zich daaraan commiteren. De informatie die bij Feed-back gegeven wordt staat vaak in relatie tot eerdere prestaties, successen of falen. Hierbij is het belangrijk dat de docent de leerling kent en informatie kan geven over het huidige proces in vergelijking tot eerdere processen. Feed-forward focust op de volgende taken die gedaan moeten worden. Specifieke informatie over de komende taken en hoe de student die aan kan pakken kan leiden tot meer inzet van de student bij de taak en dus tot grotere leeropbrengsten. Dit alles raakt aan de zelfregulatie en eigenaarschap van leerlingen. Zelfverantwoordelijk leren van leerlingen staat centraal in het ‘nieuwe leren’ en ook in het concept dat het Corlaer College hanteert. Deze onderwerpen hebben als centraal doel dat leerlingen zich voorbereiden op een leven lang leren. De zelfregulatie heeft dan ook vooral betrekking op het reguleren, bewaken en evalueren van het leerproces. Metacognitie speelt hierbij een belangrijke rol. Bij zowel zelfregulatie als metacognitie spelt de docent een belangrijke rol. Het bewaken van het proces, leerlingen leren leren en het geven van feedback worden als noodzakelijke voorwaarden gezien. De zelfverantwoordelijkheid van leerlingen kenmerkt zich vooral in de visie op het leren: er is geen sprake van docentgestuurd leren, maar van zelfverantwoordelijk leren. Wenselijke situatie Dit zelfverantwoordelijk leren kan in vele vormen worden aangeboden aan leerlingen. Vaak focust het enkel op lessen en het aanbieden van leerstof, maar in dit document wil ik het specifiek maken op toetsing en het leergedrag rondom toetsen. In de meest ideale, en wenselijke situatie, wordt rondom toetsen een compleet pakket aangeboden. In de lessen wordt gefocust op zowel toetsonderwerpen als vaardigheden en de toets bevat herkenbare lesonderwerpen en uitdagende vaardighedenoefeningen. Elke leerling maakt dezelfde toets, maar dat betekent niet dat de weg naar de toets toe voor iedereen hetzelfde hoeft te zijn. Door een duidelijke toetslijn uit te zetten aan de hand van een toetstaxonomie wordt inzichtelijk gemaakt welke onderdelen getoetst worden en kan zowel de docent als de leerlingen keuzes maken wat hij/zij behandelt en maakt. Dit geeft mogelijkheden tot keuzevrijheid en differentiatie. Er is wel een geheel pakket nodig: zowel toetsen als lessen zullen hierop aangepast moeten worden. Praktijk Hoe zit dat er in de praktijk uit? Secties gaan onderling afspraken maken hoe hun toetsen eruit zien en welke categorieën ze in welke hoeveelheden gaan toetsen. Welke taxonomie of indeling ze hiervoor gebruiken is aan hen. Deze toetsanalyses worden na het afnemen van een toets inzichtelijk gemaakt voor leerlingen en in de les behandeld. In de les kan je denken aan specifieke opdrachten die ingaan op een aspect van de toets, bijvoorbeeld inzichtvragen of juist toepassingsvragen oefenen. Ook kan je denken aan het categoriseren van werkzoekopdrachten aan de hand van toetscategorieën om voor leerlingen inzichtelijk te maken wat ze kunnen oefenen. De toetsanalyse kan online gemaakt worden via http://toetsanalyse.corlaercollege.nl. Je kan hier je toetsscores invoeren, het cijfer berekenen, delen met collega’s en een toetsanalyse maken. Het doel van deze site is het voor docenten zo makkelijk mogen maken om een toetsnalayse te maken. Ook moet het voor leerlingen inzichtelijk zijn hoe de toetsen gemaakt zijn en wat zij gescoord hebben. Ook dat is via de site in te zien. Een valkuil hierbij is dat er alleen gelet wordt op toetsen en niet op de lessen. Om een leerresultaat te zien en neer te zetten is het nodig dat op beiden wordt gelet. Valkuilen Het lastige aan data verzamelen is dat niet alle data vergelijkbaar is. Niet elke vak bouwt zijn toetsen op dezelfde manier op en daarom betekent een 6 bij vaak a niet perse hetzelfde als een 6 bij vak b. Als vak a bijvoorbeeld 70% reproductieve kennis toets en 30% productieve kennis toetst levert dat een ander cijferbeeld op dan een vak dat 30% reproductieve en 70% productieve kennis toetst. Om dit te voorkomen is het dus noodzakelijk dat secties onderling afspraken maken hoe de verticale toetslijn eruit ziet. Ook moeten deze afspraken zichtbaar worden in de les. In een toets focus je vaak meer op kennis en minder op vaardigheden. Als je in je toetsen veel productieve kennis gaat toetsen en juist geen reproductieve kennis, maar in de les ligt de focus precies andersom wordt het voor leerlingen lastig hun leergedrag aan te passen. Natuurlijk kan je dit proces altijd beginnen door eens een toets te analyseren, maar als het alleen daarbij blijft is het een onnodig vernauwing van de mogelijkheden. Toekomst Hoe nu verder? Mijn lof-project loopt af en het geld is op. Dat betekent niet dat dit project gaan stoppen. Voor mij heeft het project veel nieuwe inzichten gebracht en heeft het me vooral duidelijk gemaakt dat alleen focussen op toetsen een onnodige vernauwing van je vak is. De invloed van de taxonomieresultaten in mijn lessen heeft mijn lessen beter gemaakt, maar ook de motivatie van leerlingen vergroot. Het liefst zou ik in de komende jaren met een groepje docenten hieraan door blijven werken. Deze docenten zijn mensen die zichzelf aanmelden en aangeven met hun toetsen, feedback en/of lessen aan de slag te willen gaan. Op deze manier kan je feedback op toetsen gebruiken om je les te verbeteren, grip te krijgen op differentiatie en meer eigenaarschap bij leerlingen te creëren.;None;None